donderdag 27 oktober 2005

Bananenplantage en bosnegerdorp


We hebben uitgeslapen en zijn pas om 6.30 uur wakker en om 7.30 uur zitten we aan het ontbijt.
We worden om 9 uur opgehaald door onze gids die ons naar Jarikaba en Santigron zal leiden. Hij is er al om 8.50 uur en daaraan kun je zien dat het geen echte Surinamer is. Hij (Cor Kluft) woont sinds zijn 10e in Suriname en voelt zich voor 100% Surinamer. Hij zegt dat hij nog gebeld heeft met Jarikaba en dan hij geen toestemming heeft om naar binnen te gaan. Toch ziet hij nog wel kansen om het eventueel aan de poort te proberen. We rijden naar Jarikaba in een klein uurtje. Hij stapt uit bij de poort en is een poosje weg. Na een paar minuten komt hij even terug en zegt dat hij er nog niet helemaal uit is, maar hij denkt dat het gaat lukken. Na een paar minuten komt hij weer terug: “Het is gelukt”. De slagboom gaat open en we mogen naar binnen rijden. We mogen niet alleen rondkijken, maar krijgen een volledige rondleiding van de supervisor (een Hindoestaan). We zien het binnenkomen van de bananen via een horizontale kabelbaan met chauffeur. De bananen worden na binnenkomst o.a. gekeurd op diameter (te dikke bananen gaan rotten tijdens transport). Vervolgens worden grote trossen van de stam afgestoken en in een bad gegooid. De grote trossen worden in kleinere trossen verdeeld. Beschadigde bananen of bananen met een te afwijkende vorm/maat worden apart verzameld en worden voor veevoer gebruikt.
De trossen worden gesorteerd op grootte en na bespuiten in de dozen geplaatst. De dozen worden eerst allemaal handmatig in elkaar gezet en geplakt.
Al met al is het een bijzonder leuk proces om te zien.

Vervolgens rijden we door de Bomapolder richting Santigron. Cor vertelt ontzettend veel over de geschiedenis, maar ook over de cultuur en de huidige situatie. Met name over de verschillende bevolkingsgroepen kan hij boeiende vergelijkingen maken. Zo stelt hij dat je beter bosnegers in dienst kunt nemen dan Hindoestanen. Hoewel bosnegers van nature lui zijn zijn ze wel bereid om te werken als je een blanke als baas aanstelt. Als ze 10 SRD verdienen geven ze 11 SRD uit en moeten de volgende dag dus wel terugkomen. Hindoestanen zijn erg slim en kijken hoe je het doet en bedenken hoe ze het beter kunnen doen. Als zij 10 SRD verdienen geven ze 1 SRD uit en sparen 9 SRD. Als ze uiteindelijk voldoende kapitaal hebben beginnen ze een eigen bedrijf en zijn ze je concurrent. Omat zij het beter doen ben je gedoemd tot een faillissement.

We stoppen in Lelydorp om de plaatselijke markt te bezoeken. We eten eerst een pizzabroodje. De markt hier oogt een stuk gemoedelijker dan in Paramaribo, maar dat komt waarschijnlijk ook omdat Cor erbij is en met iedereen een praatje en een grapje maakt. We zien weer de gebruikelijke artikelen op de markt, maar daarnaast ook een grote kooi met allemaal apen en een kooi met papegaaien.

Via onverharde wegen komen we in Santigron en parkeren de auto (luxe 6-persoonsbus met airco) midden in het dorp. We krijgen meteen behoorlijk wat aandacht en Cor spreekt de mensen aan op een manier die ervoor zorgt dat iedereen ontzettend behulpzaam en aardig is. Cor komt hier vaak en kent iedereen. Zonder gids zouden we ons hier niet zo gemakkelijk gevoeld hebben. Cor draagt ons over aan de “minister van Toerisme” van Santigron. Deze man (zijn naam is Bra) verzorgt een rondleiding door het dorp en vertelt over zijn woonomgeving. Vroeger deed Cor dit zelf maar hij heeft hiervoor een lokale “opgeleid”. Bra laat een heleboel zien: katoen, kruiden, offerplaatsen, kapiteinshut etc. Er is een grote verscheidenheid in hutten. De meeste hutjes zijn van hout. In tegenstelling tot de hutten van de indianen zijn deze hutten allemaal dicht en hebben meestal een driehoekige vorm. Daarnaast staan er ook al een paar stenen hutjes. Familieleden wonen altijd bij elkaar in de buurt. Bra demonstreert de papegaaienbek (Palulu) en laat zien hoe je het geluid van de papagaai kunt nabootsen met deze bloem. Hij laat ook nog een plant zien die als vervanging van zeep gebruikt worden. Door hiermee in het water te wrijven ontstaat er schuim. Terwijl we langs een paar jongeren lopen wijst Bra ons op het feit dat ze zitten te blowen. Hoewel niet algemeen aanvaard, wordt het wel min of meer gedoogd binnen de gemeenschap. Er is ook een speciaal opvanghuis voor vrouwen die ongesteld zijn. Je bent verplicht om tijdens de menstruatie in die hut te wonen en je mag je niet in de gemeenschap begeven. Deze hut is dus streng verboden terrein voor mannen. Je zit dus in een isolement (samen met je “lotgenoten”). Het blijkt dat de vrouwen dat niet zo erg vinden, want ze hoeven dan nl. ook niet te werken……Misschien is dit iets om bij ons in te voeren?
Bra poseert steeds erg gewillig voor eventuele foto’s. Hij vraagt ons om een foto te nemen terwijl hij een pose inneemt voor de kapiteinshut. Hij spant al zijn spierballen aan voor de foto.
Tijdens de rondleiding (als Cor iemand van de gemeenschap bezoekt) fluister Bra ons in de oren dat het niet verplicht is maar dat we wel een fooi mogen geven aan het eind van de rondleiding.

Als Cor terug is bij ons leggen we dit aan hem voor maar hij zegt dat we dat niet moeten doen. Hij heeft een afspraak met hen en hij betaalt ze per rondleiding. Als ze dan nog extra betaald worden wordt de markt min of meer verpest. We houden ons dus aan het advies van Cor.
Aan het eind van de rondleiding krijgen we (uiteraard) de gelegenheid om souvenirs te kopen. We kopen wat houten lepels en een stel danskettingen (vlechtwerk van touw met halve noten die je rond je enkels bindt en geluid maakt bij bewegingen). Rieni mag (tegen betaling) nog een foto nemen van de dorpskapitein. Deze probeert zeer gewichtig te doen door tegen de hangmat aan te praten.
Als we denken weg te gaan worden we nog meegenomen naar een andere hut. Daar wordt prachtig houtsnijwerk gemaakt. We kopen dus nog maar een paar dienbladen want we hebben nog niet zoveel souvenirs.
We nemen afscheid van Santigron. Bra kijkt zeer teleurgesteld als we zonder extra fooi te geven allemaal de bus instappen.

Volgens de planning van de excursie zouden we nu weer terugkeren naar Paramaribo. Op de door papa gemaakte kaart met bezienswaardigheden is een route aangetekend via Onverdacht, Onverwacht, Biliton, Paranam en Domburg. Dit is echter wel een flink stuk om. We leggen dit voor aan Cor en geven aan dat we natuurlijk bereid zijn om bij te betalen. Hij zegt dat hij iemand op Zanderij op moet halen, maar hij gaat proberen wat te regelen. Gezien zijn “regelcapaciteiten” bij Jarikaba hebben we meteen het gevoel dat dit wel goed gaat komen. Na ongeveer 6 telefoontjes spreekt hij het verlossende woord: “Het is geregeld”. We rijden dus niet naar het noorden (richting Paramaribo) maar gaan verder naar het zuiden. Bij Onverwacht gaan we eerst dineren bij de Chinees. Een lege ruimte met een paar kale tafeltjes en stoelen, een biljart en alles achter de bar zit achter tralies. Niet echt een locatie voor een romantisch diner. We eten nasi/bami met kip of gemengd vlees (moksi). Het kost allemaal bijna niks (8 SRD per menu). Vlakbij het restaurant zijn de restanten te zien van de enige spoorlijn die ooit in Suriname heeft gereden. Deze rijdt al 25 jaar niet meer en alle treinstellen staan triest bij elkaar weg te rotten. Cor vertelt nog wel dat ondanks het feit dat de trein al lang niet meer rijdt nog steeds iedere ochtend het loket wordt “bemand” door 2 dames. Er was geen werk meer voor de dames en men kon/wilde ze niet ontslaan, dus ze staan nog steeds op de loonlijst en komen dus nog trouw dagelijks naar hun “werk”.
Het klinkt allemaal erg ongeloofwaardig maar Cor verzekert ons dat hij de waarheid spreekt.

We rijden langs Billiton (bauxietmijn) en rijden langs de stafhuizen en arbeiderswoningen. Daarna komen we in Paranam bij de aluinaarde/alumuminiumfabriek van Suralco. Het is streng verboden foto’s te nemen. De Amerikanen hebben deze maatregelen genomen i.v.m. de strijd tegen het terrorisme. Het blijkt dat het grootste gedeelte van de fabriek niet meer operationeel is. Tot 2x toe heeft een noodstop tijdens het fabricageproces van aluminium ervoor gezorgd dat de hele fabriek vol zat met gestold aluminium. Schoonmaken en repareren is natuurlijk een gigantische kostenpost. Na de 2e keer hebben de Amerikanen de stekker eruit getrokken.

Vanaf Paranam rijden we weer richting noorden naar Paramaribo. We komen daarbij langs Domburg waar we even uitstappen en uitkijken over de Surinamerivier. Leuk gemoedelijk plekje, maar erg veel afval in de bermen. Doodzonde!!
Onderweg zien we nog een vrouw met 2 leguanen. Deze gaat graag (tegen betaling) op de foto voor Rieni. Het is een mooi plaatje geworden!
Ook zien we nog een aapje oversteken. Voordat het fototoestel gepakt is verdwijnt hij alweer in de bosjes. Terug in Paramaribo rijdt Cor ons nog langs de slavenhuisjes in de wijk Frimangron. Mensonterende behuizingen………

Terug bij Torarica bedanken we Cor ontzettend voor de boeiende en leerzame dag waarin we bijzonder veel gezien en gehoord hebben. We geven hem een goede fooi voor de extra route die hij heeft gereden. Hij bedankt ons ook voor het aangename en geïnteresseerde gezelschap.

Na een douche plonzen we nog even in het zwembad. Omdat we laat geluncht hebben houden we het bij een licht diner met saté en bakabanas. Nog even wat gedronken op het terras (het is tenslotte onze laatste avond) en om 23.30 uur naar bed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten