vrijdag 21 oktober 2005

Met een vliegende bus naar Palumeu


Vanmorgen om 5.30 uur al wakker, tja dat bioritme!
Op het gemakje wakker geworden, gedouched en aangekleed. Om 7.00 uur bij Corien en Rinie op de deur geklopt, zij waren ook al vroeg wakker. Corien had er zelfs al een wandeling opzitten die gepaard ging met de nodige emoties.
Wij hebben even buiten voor het hotel gefilmd, daarna met z’n allen een wandeling gemaakt richting de Suriname rivier.
Tegen achten hebben we ontbeten, er was van alles: roerei, spek, pannenkoekjes, brood, broodjes, cornflakes, taart(mmmm…..), vers gemengd fruit en fruit in de schil. Na het ontbijt onze spullen voor Palumeu gepakt, we mochten n.l. maar 6 kg per persoon meenemen. De koffers die achterblijven hebben we naar de receptie gebracht, er is een aparte ruimte waar de koffers opgeslagen worden. Buiten voor het hotel staan altijd taxi’s te wachten op klanten, 1 ervan heeft ons naar vliegveld zorg en hoop gebracht. Onderweg kwamen we langs het Diaconesse ziekenhuis, waar ik geboren ben. Ik vond het heel bijzonder om te zien waar ik geboren ben, Corien wist zelfs te vertellen op welke kamer we lagen. De taxirit kostte 15 SRD (5 euro). Het was buiten weer lekker warm (wanneer zetten ze de kachel eens uit). We moesten wachten in een ruimte met airco, leven de toeristen. De werknemers zaten allemaal in de hitte. Langzaam kwamen er steeds meer mensen die ook naar Palumeu gingen. Om 10.15 uur werden we gewogen en moesten onze bagage inleveren. De groep bestond uit 18 personen. We kregen een Surinaamspuntje met sap terwijl we nog even moesten wachten.
Om 10.15 uur gingen we vliegen. Het was een klein vliegtuig waar 20 personen in pasten. De eerste 10 minuten vond ik het erg eng in het vliegtuig, het vliegtuig ging n.l. erg op en neer. Toen we eenmaal op hoogte waren
was het leuker. Onderweg konden we alles goed zien, het was prachtig, het oerwoud leek allemaal boerenkool/broccoli. Onderweg ook bauxiet gezien en het Brokopondomeer, wat erg groot is.
Om ongeveer 12.00 uur landde we op Palumeu, we werden opgewacht door onze gids Sean. Een paar Indianen kwamen met kruiwagens onze bagage uit het vliegveld halen. Ze zeiden “goedemiddag”, toch wel vreemd als je zover van huis zit dat dan een Indiaan gewoon “ goede middag” tegen je zegt. Sean moest eerst nog afscheid nemen van  de groep die met het vliegtuig terug ging naar Paramaribo. Wij mochten ondertussen wat rond kijken. Het zag er erg mooi uit, adembenemend mooi. Zes hutjes om in te slapen, een paar grote gebouwen en uitzicht op de rivier. Ik heb alvast even een hangmat uitgeprobeerd die bij het water hing.
Toen het vliegtuig weg was gingen we naar de groepsruimte, daar kregen we sap en heerlijke chocoladecake. We moesten ons allemaal voorstellen en wat over ons zelf vertellen. De mensen(Indianen) die er werken waren ook bij het voorstellen. Sean vertaalde het voor hun. Zij stelde zich voor in hun eigen taal, Sean vertaalde het voor ons. Sean maakte daarna de kamerindeling. Wij slapen met z’n vieren in een hutje met 2 slaapkamers. Iedere slaapkamer heeft zijn eigen douche en toillet. Om 13.30 uur moesten we bij de aanlegsteiger zijn waar de korjaal lag waar mee op pad gingen. We kregen allemaal een zwemvest aan en moesten allemaal in de korjaal plaatsnemen. Ook gingen er tonnen mee waar eten, drinken en hangmatten inzaten. Naast de gids Sean gingen er nog 2 Indianen mee( David en Senjo), zij zouden ons alle dagen begeleiden. We voeren in een kwartier over de Tapanahony river naar het Palawa eiland toe. Op Palawa eiland stonden picknick tafels waar we onze lunch aten: rijst met vlees en gepureerde pompoen. Na het eten hebben we gerelaxt in de hangmatten die Sean, David en Senjo hadden opgehangen. Dit was pas echt vakantie en genieten. Ook hebben we de foto van papa’s Indiaan(Wajarikoule) laten zien aan Sean. David en Senjo kenden de Indiaan, ze vertelde dat hij Koule heet en in Paramaribo woont. Na een half uur liepen we een stukje over het eiland naar een strandje. Daar hebben we gezwommen, het water was heerlijk warm(28 graden).
Om 16.15 uur gingen we terug met de korjaal naar Palumeu. Onderweg hebben we de motoren gezien van het vliegtuig dat in 1959 in de rivier is neergestort. We voeren naar het dorp Palumeu waar we door 5 Indianen werden welkom geheten in de gemeenschapsruimte. Zij vertelde wat en Sean vertaalde het naar ons toe. Daarna kregen we casava wat we in peprewatra mochten dopen. En een drankje met 2 % alcohol erin, genaamd cassiri.
We hadden van papa een lijst meegekregen welke Indianen er vroeger woonde en een foto van een Indiaan en van ons gezin. De lijst en foto’s hebben we aan ons welkomscommite laten zien. Twee van die mensen die op de lijst voorkwamen waren aanweizg(meneer Peisienie en zijn vrouw). Ook herkende ze papa op de foto, hij was de baas zeiden ze. Ze bleven de foto’s erg lang bekijken en vonden het erg bijzonder.
Na het welkom zijn we door het dorp gelopen. De mensen lopen niet meer in lende doeken maar hebben gewone kleren aan en kort geknipte haren. De huizen zijn nog steeds erg primitief. We bleven bij het huisje van Atjaw staan, zij was getrouwd geweest met Koule. Haar hebben we ook de foto’s laten zien, papa kende ze niet. De zoon van haar ex man lijkt erg veel op de foto van den Indiaan zei ze. Atjaw lag in een hangmat katoen te spinnen.
Terug op ons reservaat werden we voorgesteld aan de dochter(Ina) van papa’s Indiaan zei vertelde dat hij Tonoike heet. Hij woont in Paramaribo in de Hernhutterweg 38. Hij is 60 jaar en werkt bij GMD. Ina kookt de hele week voor ons. In de groepsruimte hebben we nog even wat gedronken, daarna een petroleumlamp gehaald en toen naar de hut om lange broek, lange mouwen aan te doen. En ons natuurlijk met muggenolie ingesmeerd.
Om 19.00 uur gingen we in de groepsruimte eten, we zaten met z’n allen aan een lange tafel. We aten rijst met soep van vis, banaan en kip, cassavabrood, sap en een banaan toe. Na het eten hebben we de dag geĆ«valueerd en vertelde Sean wat we morgen zouden gaan doen.
Om 21.00 uur zijn we naar onze hut gegaan, daar hebben we nog een poos op de veranda gezeten, genoten van de stilte maar ook van de dieren geluiden( zoals krekels en kikkers). Ondertussen zat ik mijn dagboek te schrijven.
Het was een indrukwekkende dag, de mensen zijn allemaal erg aardig en behulpzaam. Kortom het bevalt ons hier wel.
Bert ziet nu een hagedis. 


PALUMEU
Er wonen 200 mensen in Palumeu.
In Palumeu is een basisschool, hier zitten 80 kinderen op. Op deze basisschool lopen 2 Nederlandse meisjes stage.
20 kinderen zitten op de middelbare school in Paramaribo, vanaf 12 jaar gaan ze daar naar school.
De mensen die vroeger in Mabuka woonden wonen nu in Palumeu.
Het dichtstbijzijnde dorp is 80 km verder.

Op woensdag en vrijdag gaan de mensen niet naar de kerk, de andere dagen wel. Op woensdag en vrijdag wordt er gevist.
Als een meisje met een jongen uit een ander dorp trouwt komt de jongen in het dorp van het meisje te wonen. Ze wonen dan naast de moeder die al haar dochters rond zich heen heeft.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten