zaterdag 22 oktober 2005

Integratie in Palumeu

Vannacht veel wakker geweest; er zijn zoveel geluiden van dieren te horen. We hebben ook nog een schot gehoord. Later bleek dat een indiaan uit Palumeu een bosvarken in de buurt had geschoten. Om 5.45 uur ben ik definitief wakker en heb samen met Corien naar het ochtendgloren gekeken. Er Varen verschillende indianen in hun korjaal langs om te gaan vissen of te jagen. Het ochtendritueel is bijzonder indrukwekkend en levert het ultieme vakantiegevoel op.
Om 8 uur gaan we ontbijten met Surinaamse puntjes (ze zijn nog warm), flensjes, eieren, pompelmoes, sap, koffie en thee. Dit doet zeker niet onder voor een goed hotel.
Vanochtend staat er een tocht door het oerwoud op het programma. Om 9 uur vertrekken we met de korjaal en na ruim een uur varen leggen we aan bij de bosrand. Ter plekke zijn we het oerwoud ingegaan op weg naar Potihill. Potihill is een grote rots midden in het oerwoud. De route naar deze heuvel is door een indiaan met de naam Poti uitgekapt. Aan hem heeft de heuvel dus zijn naam te danken. Poti is vandaag ook met ons mee, samen met Senjo en David. David blijft achter bij de boot met een aantal gasten die de toch niet willen/durven maken. Senjo en Poti gaan met ons mee het oerwoud in (op teenslippers, korte broek en T-shirt). Ons is geadviseerd om hoge schoenen en een lange broek aan te doen en de broek in de sokken te stoppen. Dit voorkomt dat er akelig ongedierte tegen je benen omhoog kruipt. Onderweg horen we veel vogels en apen, maar zien er helaas niet veel.
Sean vertelt ontzettend veel over de bomen, planten, lianen en dieren. Teveel om allemaal te onthouden. Sean toont ons een nest van de “bullet-ant”. Door een liedje te fluiten komen ze hun nest uit (ze reageren op CO2). Een steek of beet (dat doen ze nl. allebei) van deze mier voelt als een schotwond. Bijzonder pijnlijk dus. Dit verklaart hun naam.
Na ruim anderhalf uur komen we aan bij Potihill. We zien dat de beplanting op de heuvel in brand staat. Dit is aangestoken om de heuvel “schoon” te maken. Gids Sean is er niet zo blij mee. De rook is bijzonder onaangenaam. We lopen in ongeveer 10 minuten naar de top. Daar krijgen we een glas sap en een sinaasappel. Beide smaken verrukkelijk.
In het oerwoud is de temperatuur bijzonder aangenaam. Op de heuvel zelf is het bijzonder warm, maar het uitzicht is fenomenaal. In alle richtingen kijk je over het oerwoud heen. In de verte zien we de Roseveltpiek en het Kasikasimagebergte.
Op de terugweg zien we een bijzondere sprinkhaan; erg groot met bijzondere kleuren. Blauw met gele strepen, donkere poten met rode uiteindes (net lucifers). We zien ook nog 3 klauwaapjes als we bijna terug zijn bij de boot. Ook krijgen we nog een concert van de brulapen. Een oorverdovend lawaai, terwijl ze op ongeveer 500 meter afstand zijn. Het is net een aanwakkerende storm. Als we bij de boot aankomen hangt er een flinke maal vis aan een tak. David heeft de achtergebleven gasten laten zien hoe je met een duikbril en een kleine pijl en boog vissen onder water kunt schieten! Deze techniek vraagt bijzonder veel behendigheid. Je moet met je voeten vasthouden want je moet met je handen de pijl en boog vasthouden. Je mag natuurlijk ook niet te wild trappelen anders verjaag je de vissen. David is hier bijzonder bedreven in en heeft dus een flink maal kunnen vergaren voor zijn familie gedurende onze wandeling.
Op de terugreis met de korjaal zien we veel dieren: o.a. ara’s, gieren, sabakoe, slangehalsvogel en prachtige vlinders.
In de boot wordt een watermeloen soldaat gemaakt en om 15.30 uur zijn we weer terug en kunnen dan meteen aan de lunch: mie, kip, komkommer, amsoi, dagoeblad. Uiteraard ook weer een heerlijk sapje en papaya (met een lemmetje) als toetje. Wederom smaakt alles voortreffelijk.
Na het eten kunnen we even relaxen voordat we om 17 uur weer naar het dorp gaan om nijverheidsdemonstraties bij te wonen. We krijgen te zien hoe kettingen (van zaadjes) geregen worden en hoe door meneer Peisinie een boog wordt gemaakt (bewerkt met de onderkaak van een zwijn). Verder krijgen we het spinnen te zien en hoe een rieten mat wordt gevlochten. Met name het prepareren van de stroken voor het vlechten is een bijzonder moeilijke techniek. We mogen het ook nog even proberen maar de ene stengel na de andere wordt door ons verruïneerd. Hoogtepunt is het schieten met pijl en boog. Meneer Maku (hij heeft zijn naam ongeveer 233 keer genoemd) helpt ons hierbij. Ook dit valt niet mee. Op een gegeven moment komt er een kleine Hiawatha die ook wil schieten. Hij vindt het niet nodig om dichterbij te gaan staan. Hij schiet de ene pijl na de andere in de roos en triomfantelijk gaat hij zijn pijlen weer ophalen. Op weg richting huis komen we langs het volleybalveld. Ze komen er één te kort en Bert speelt een set mee. Deze jongeren lopen niet in lendedoek, maar zijn gekleed in spijkerbroek of trainingsbroek en gymschoenen. Om 18.30 uur gaan we weer terug want het is al bijna donker. We halen de petroleumlamp op en gaan een lange broek en een shirt met lange mouwen aandoen. Om 19 uur gaan we weer eten. We hebben nog geen honger maar het eten smaakt toch weer prima: rijst, vlees, kouseband, komkommer en bacove als toetje. Met name de smaak van bananen in vergelijking met thuis is opvallend.
Het programma voor die dag zit er nog niet op. Om 20 uur vertrekken we weer richting het dorp voor een “culturele avond” in de gemeenschapsruimte. Er wordt gezongen door 5 indianenmeisjes en 3 oudere mannen bespelen de instrumenten: verschillende fluiten, één gemaakt van bamboe en één van een dijbeen van een hert, Verder speelt er iemand op een (dode) schildpad!! Ook wordt er gedanst in combinatie met de “sambaballen”.  We mogen zelf alle instrumenten uitproberen maar veel geluid komt er bij de meeste niet uit. Alleen de panfluit was goed te bespelen. Op de terugweg naar de hut zien we in een andere gemeenschappelijk hut een TV-toestel. Deze wordt samen met een DVD-speler aangedreven door een generator. We dachten eerst dat er iemand met een brommer aan het rondrijden was. Gezamenlijk wordt er dan naar een film gekeken. Ook voor Palumeu is het 2005!!.
Na terugkomst gaan we nog een lekker koud biertje drinken in de bar. Sean speelt op zijn gitaar en we zingen met zijn allen verschillende liedjes, zoals “kleine wasjes, grote wasjes….” en een parodie op “Beertje Colargol” ;-)
Er komen ook nog 2 meisjes bijzitten. Zij werken op de school als stagiaire en slapen in Palumeu tussen de indianen.

Om 22.30 uur gaan we naar de hut en vallen we als een blok in slaap (nadat de klamboe ingestopt is).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten