zondag 23 oktober 2005

Met de korjaal naar Maboeka

Vannacht heerlijk geslapen. Blijkbaar zijn we meer gewend aan alle geluiden. Om 6 uur zijn we meestal wel wakker, maar dat vinden we helemaal niet erg. De vroege ochtend is het mooiste gedeelte van de dag. De zon komt langzaam achter de bomen vandaan. Er hangt nevel in de bomen en over het water. Het water is volkomen stil en rimpelloos. De eerste indianen gaan peddelend in hun korjaal op jacht. Het oerwoud wordt wakker en er komen steeds meer verschillende geluiden uit alle hoeken. Langzaam komt de zon boven de bomen uit en vervolgens gaat de thermometer als een raket omhoog, meestal tot 30-35 graden. Met een licht briesje van de rivier zeer aangenaam dus.
Op de veranda schrijf ik ’s ochtends in het dagboek de belevingen van de vorige dag. In de verte horen we de brulapen. Ook de spechten (er zijn ongeveer 15 verschillende soorten in dit gebied) laten zich duidelijk horen.
Om 6.30 uur wordt zoals iedere ochtend de koffie en thee bezorgd. Vanochtend krijgen we ook een trommeltje met koekjes erbij. Hoezo genieten………….?
Om 8.00 uur worden we weer aan het ontbijt verwacht. Het ontbijt bestaat uit (warme) Surinaamse puntjes, roerei, erwten met corned beef, koffie, thee, sap en papaya.
Na het ontbijt worden we door de indianen gevraagd of we willen helpen bij het in het water trekken van een door hun gefabriceerde boot. Deze nieuwe korjaal is met vuur in de juiste vorm gebogen en moet nu een aantal dagen onder water om het hout te verzadigen. Met ongeveer 15 man slepen we de boot het water in en dat is best nog wel even flink trekken aan zo’n zwaar blok hout. Om 9 uur staat het vertrek per korjaal gepland. Bij het vertrek komt een oude indiaan ons uitzwaaien. Het blijkt dat deze echter uit is op een sigaret, die hem natuurlijk spontaan wordt aangeboden. Omdat het eten nog niet klaar is vertrekken we een half uur later. We zijn inmiddels dusdanig onthaast dat dit ons natuurlijk helemaal niet deert “No spang” zouden de Surinamers zeggen. Na ongeveer 1,5 uur in de korjaal komen we aan bij de Mabuga watervallen. Hoe dit precies geschreven moet worden weet volgens mij niemand. We zijn de volgende schrijfwijzes allemaal tegegekomen: Mabuga, Mabuka, Maboega, Maboeka.
Ter plekke moeten we overstappen in een andere korjaal. Deze ligt daar klaar, zonder motor. De extra motor hebben we meegenomen. David neemt de motor op zijn nek en wandelt er doodleuk mee over de stenen naar de andere boot. Alle spullen worden overgebracht naar de andere boot. Deze moet echter eerst leeggehoosd worden. Sean noemde deze boot een vergiet en we hebben mogen ervaren dat hij niet had overdreven. Bij de watervallen voeren we naar open plek aan de waterkant. Een echt Robinson eiland met een prachtig strand, een paar hutjes (om te schuilen), een paar bankjes, tafel en een barbecue. Samen met de meegebrachte hangmatten en het eten en drinken kunnen we het hier wel een poosje uithouden.
Vroeger was hier in de buurt een indianendorp. Dit is er echter niet meer, alle indianen zijn waarschijnlijk verhuisd naar Palumeu.
Langs de waterlijn zitten heel veel gele vlinders die iedere keer op dezelfde plaats terugkomen. Sean liet me door de verrekijker naar de vlinders kijken. Toen zag ik dat de vlinders zand oplikken met hun hele lange tond. Aan de achterkant komt het er vrijwel meteen weer uit. In de tussentijd zijn de mineralen er uitgehaald. Verder zag ik een kopje uit het zand omhoog komen. Dit behoorde toe aan een veenmolletje (van ongeveer 3 cm groot).
We hebben heerlijk gezwommen en Rienie en Bert hebben nog gevist met een zelfgemaakte hengel. Als aas wordt cassavebrood gebruikt. Ze vangen kleine visjes. Het is de bedoeling om deze kleine visjes later weer als aas te gebruiken voor de “grote jongens”.
In de boom zien we een kolibri en na enige tijd ontdekken we een slapende luiaard hoog in de boom. Ook kregen we nog bezoek van een ijsvogel.
Het eten bestaat uit kip (geroosterd op de barbecue), rijst, pindasaus en een salade met maïs en komkommer. Daarnaast krijgen we ook nog pompelmoes.
Na het eten zien we dat de boot is verdwenen. Deze is losgeraakt en afgedreven. Rieni offert zich op en gaat in zijn eentje de boot halen.
Om 14 uur gaan we verder naar de Kodebaku watervallen. Grote, brede waterval met enorm veel (kleine en grote stenen). Veel plaatsen met snel stromend water. Het water is heerlijk van temperatuur en Rieni en Bert zitten lange tijd in het “bubbelbad”. Toen ze er net in gingen zitten sprongen de vissen rond hun oren. Een prachtig gezicht wat helaas daarna niet meer wordt herhaald. Sean, Davids en Senjo gaan vissen met de aasvisjes. Sean vangt een prachtige anjoemara van ongeveer 2,5 kg en deze wordt zeer triomfantelijk aan een stok meegedragen.
Onderweg naar Palumeu drinken we in de korjaal een heerlijk koud biertje. Na terugkomst drinken we er nog één. De buitenlucht maakt tenslotte dorstige kelen……
Intussen is een groep die de Kasikasimatocht heeft gedaan ook aangekomen in het kamp. Eén van de begeleiders heeft toevallig verteld over de aanleg van het vliegveld en zegt Gerard Velders te kennen. Deze bosneger heet Manni en is als kok meegeweest met de tocht. Meneer Manni herkent papa op de foto en omhelst Corien uitbundig en spreekt over “Gerard Velders, mi baassie”. Helaas is het moeilijk communiceren omdat meneer Manni bijna geen Nederlands verstaat en praat. Hij begrijpt dus lang niet alles van wat we vragen. Meneer Manni is 17 oktober j.l. 66 jaar geworden.
Om 19 uur eten we rijst, vis, kouseband, een aubergineschotel en pompelmoes toe. Na het eten gaan we in het donker met de korjaal de rivier op. David weet blindelings in het donker de weg te vinden aan de hand van de contouren van de beplanting!!


De motor wordt uitgezet en we observeren de waterkant. We zien de (rode) ogen van een kaaiman, maar deze is niet geïnteresseerd in ons. Het is wel een bijzondere gewaarwording in alle stilte in het pikkedonker rond te drijven op een rivier midden in de jungle van Suriname. Na deze tocht wordt het kampvuur aangestoken en zitten we nog een poos buiten (met een biertje natuurlijk). Sean heeft zijn gitaar bij zich maar is eigenlijk te moe om te spelen. Hij valt bijna in slaap. Omdat iedereen moe is gaan we uiteindelijk om 22.30 uur naar de hut. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten